De hoogte van de constante kosten hangt niet direct af van de hoogte van het productievolume. Indien je een paar units meer of minder produceert, zullen deze kosten niet dalen of stijgen.
Voorbeeld van constante kosten
Een voorbeeld van vaste kosten is de huur van een bedrijfspand. Wanneer je meer gaat produceren, dan zullen deze kosten niet toenemen. Tenzij je uiteraard gaat uitbreiden en een groter bedrijfsoppervlak dient te huren.
Ook de volgende kosten zullen niet direct wijzigingen wanneer het productievolume veranderd.
- Afschrijvingen van machines en gereedschappen
- Salarissen van indirect personeel. Salarissen van direct personeel zullen alleen toenemen, indien er sprake is van extra overuren.
- Kosten van een financiering
- Marketingkosten, zoals de deelname aan vakbeurzen of online advertenties
Variabele kosten zijn kosten die wel direct fluctueren, wanneer het productievolume daalts of stijgt. Bijvoorbeeld het verbruik van grondstoffen zal één-op-één fluctueren met het productievolume.
De rol van het productievolume
De constante kosten staan het grootste gedeelte van het jaar vast. Het productievolume zal echter variëren. Uiteindelijk dien je deze kosten terug te verdienen met de producten die je verkoopt. Des te meer producten je verkoopt, des te lager het bedrag wat je per product dient terug te verdienen.
Valt door wat voor een reden dan ook het productievolume tegen, dan zal de kostprijs hoger uitvallen.
Het totale bedrag van de kosten dien je dan terug te verdienen met minder producten.
Hoeveel producten je verkoopt speelt dan ook een grote rol voor de vaste kosten per product. De variabele kosten per product zullen daarentegen gelijk blijven. Tenzij er sprake is van bijvoorbeeld een zeer grote toename, waardoor je betere inkoopprijzen kunt onderhandelen.
Scenario`s uitwerken
Het is ook zinvol om een aantal scenario`s door te rekenen. Wat geberud er als de omvang van de productie toeneeemt? Dalen de kosten per geproduceerd item dan dusdanig, dat je daardoor misschien de verkoopprijs kan laten dalen waardoor er meer wordt verkocht en per saldo de omzet stijgt? En wat is vervolgens dan de uitwerking op de winst- en verliesrekening? De totale constante kosten berekenen is hetgeen je eerst dient te doen, alvorens je scenario`s kan gaan uitwerken.
Soms dien je hier enig risico te nemen. Door te plannen met een hoger productievolume kan je wellicht competitiever zijn. Wel loop je dan het risico dat je niet in staat ben het geplande productievolume daadwerkelijk te verkopen. Want produceren is één maar uiteindelijk dien je dit wel te verkopen.
Analyseren van de kosten
Nu zul je misschien denken dat je niet zoveel invloed kunt uitoefenen op de hoogte van de totale constante kosten (tck). Deze staan als het ware vast. Dit is echter niet het geval.
Je zou eigenlijk bij al deze kosten de afweging dienen te maken of deze kosten noodzakelijk zijn. En daarnaast ook of je kunt besparen.
Misschien ben je wel goedkoper uit, om in plaats van machines aan te schaffen deze zelf te onderhouden en af te schrijven, deze te leasen. Maar ook kosten van indirect personeel dien je van tijd tot tijd goed onder de loep te nemen.
Om ervoor te zorgen dat je niet teveel geld uitgeeft aan deze indirecte kosten, zou je deze elke maand dienen te analyseren. Hiervoor kan je rapportages van het boekhoudprogramma gebruiken. Jouw boekhouder dient jou hierbij te ondersteunen.
Begroting maken en aanpassen
Doorgaans maak je jaarlijks een begroting, waarbij je de totale kosten, de totale variabele kosten en de totale constante kosten berekend. Daarnaast maak je een inschatting van het te verwachten productievolume. Dit bereken je dan vervolgens als geheel maar ook de constante kosten per stuk. Dit heb je nodig om de standaard kostprijs te berekenen wat de basis is voor de verkoopprijzen.